Enkele weken geleden meldde Piet (is niet zijn echte naam) zich bij onze praktijk. Piet gaf aan dat hij al 10 jaar lang gedurende bepaalde periodes behoorlijk last had van de gedachte “straks heb ik een ernstige ziekte”.

Tien jaar geleden is zijn Oma als gevolg van een ernstige ziekte overleden. In die periode had Piet toevallig last van een darminfectie. Mogelijk dat Piet toen door het overlijden van zijn Oma en zijn darminfectie heeft gedacht: “straks heb ik ook een ernstige ziekte”. Want vanaf dat moment heeft Piet af en toe gedurende enkele weken, last van deze gedachte.

Wanneer Piet iets in zijn lichaam voelt, bijvoorbeeld een pijnscheutje in zijn arm, dan denkt hij direct “straks heb ik een ernstige ziekte”. “Ik ben niet zozeer bang voor de ernstige ziekte, maar ik word helemaal gek van die gedachte”, zegt Piet. “Ik kan me niet meer goed concentreren, het maakt me somber, ik word bang, ik zou hier zo graag van af willen”, aldus Piet. Piet is vooral bang geworden voor de gedachte. Hij heeft als het ware 10 jaar geleden ‘geleerd’ dat de gedachte “straks heb ik een ernstige ziekte”, ‘gevaar’ betekent. Dus Piet doet erg zijn best om deze voor hem gevaarlijke gedachte weg te duwen.

Nu is het zo dat als je ergens niet aan mag denken, je er juist wel aan gaat denken. Mag je bijvoorbeeld van jezelf niet aan chocola denken, dan zie je misschien wel een heerlijke Verkade reep voor je en krijg je ook nog trek in chocola. Dus een gedachte wegduwen lukt meestal niet zo goed en leidt juist meestal tot het tegenovergestelde, dat je er juist heel veel aan moet denken. Dat is dus ook bij Piet het geval. Hoe meer Piet zijn best doet de gedachte weg te duwen, des te meer last hij er van heeft. Dus de angst voor de gedachte en het continu proberen weg te duwen van de gedachte is het leven van Piet behoorlijk gaan beheersen.

Ik heb Piet gevraagd wat er zou gebeuren als hij de gedachte eens zou toelaten, zou gaan accepteren. Zou gaan zien als ‘iets’ wat af en toe in zijn hoofd wat van zich laat horen. Een gedachte waar je naar kunt luisteren, maar je kunt het ook accepteren en er niet naar luisteren. Je hoeft er niets mee te doen.

Daar had hij nog niet zo over nagedacht.

We spraken af dat hij hier eens over zou gaan nadenken en zou gaat uitproberen wat er zou gaan gebeuren als hij de gedachte eens zou accepteren. Dus ophouden met het wegduwen van de gedachte.

Tijdens de volgende sessie zag ik een totaal andere Piet. Volgens Piet had hij zich in jaren niet zo goed gevoeld. Het besef dat het ‘maar een gedachte is’, en je zelf kunt beslissen of je je wel of niet laat leiden door de gedachte, was voor hem voldoende om van zijn klachten af te komen. Er was duidelijk een kwartje gevallen bij Piet.

Bij Piet was 1 gesprek al voldoende om hem van zijn klachten af te helpen. Meestal zijn er meer sessies nodig. Ik hoop dat het goed met Piet blijft gaan. Mocht hij een terugval krijgen, dan is er gelukkig nog veel mogelijk om hem alsnog van zijn klachten af te helpen.

Marjan de Jong